vrijdag 27 december 2013

Theorie Leerpsychologie - Jan Gundelach.

Theorie
Leren van (teams van) docenten in een nieuwe interculturele context in Ethiopië staat centraal in deze paper.
A1. Veranderingsstrategieën
        Ethiopië kent tot op heden in het beroepsonderwijs uitsluitend theoretisch onderwijs. De innovatieve verandering, opgelegd vanuit de Ethiopische overheid, is meer ‘praktijk’ in het beroepsonderwijs.                 We kunnen vier veranderkundige benaderingen onderscheiden, een ervan wil ik hier toelichten: leren d.m.v. inzet van buitenlandse expertise in Ethiopië. Succesvolle en curriculum- en onderwijsvernieuwing vatten we zelfs op als een gemeenschappelijk leerproces van alle betrokkenen.               De Caluwé en Vermaak (2006) beschrijven vijf kleuren, Geeldruk; Blauwdruk; Rooddruk; Groendruk en Witdruk. Aan de hand van twee kleuren constateer ik hoe het Mizan A-TVET College Geeldrukdenken en Groendrukdenken toepast in haar College. Geeldrukdenken is gebaseerd op sociopolitieke opvattingen over organisaties, waarbij belangen, conflicten en macht een belangrijke rol spelen (opgelegd door de Ethiopische overheid). Groendrukdenken vindt zijn oorsprong in de action learning theorieën (o.a. Kolb), waarbij participatie van docenten bij de introductie van “Teaching Cards” een belangrijk leerproces is. Veranderen en leren zijn conceptueel sterk

donderdag 19 december 2013

Inleiding (Leerpsychologie - From theoretical knowledge to practical teaching in Ethiopia).

Inleiding


De Aeres Groep is al jaren betrokken bij internationalisering, met name het les geven in Ethiopië aan docenten. Niet alle docenten zijn even bekwaam en ervaren met interculturele competenties, hierbij bedoel ik het vermogen om effectief en adequaat te communiceren in interculturele situaties. Onze docenten gaan naar Ethiopië, zij doceren in een nieuwe context. Ook de Ethiopische docenten worden vanuit hun College verplaatst in een nieuwe context geplaatst (Debre Zeit). Beiden ervaren een nieuwe context. Deardorff  (2006) interpreteert het als volgt: interculturele competentie is het vermogen om effectief en adequaat te communiceren in interculturele situaties, maar wordt ondersteund door specifieke houdingen en affectieve functies, (inter)culturele kennis, vaardigheden en reflectie. Interessant voor mij is o.a. de invloed van “context” op het leren van docenten(teams).

Waar te beginnen?


In de komende weken zal ik een of meerdere leerconcepten onderzoeken en beschrijven. De leertheorie zal een ondersteuning moeten vormen bij het uitvoeren van mijn innovatie-ambitie. Waarschijnlijk zullen nieuwe vaardigheden en concepten geleerd moeten worden om de verandering te bewerkstelligen.

Welke concepten en vaardigheden dat zijn hangt voor een groot deel af van wat men al kan/weet en welke verandering de innovatie beoogt. Voor een ander deel zal het te maken hebben met de opvattingen die men heeft over het leren. Om het denken voor mezelf op gang te brengen en mijn leer-groepje te informeren zal ik eerst ingaan op de context van mijn innovatie-ambitie.

Vaktherapie

CTO (Creatieve Therapie Opleiding) is een HBO opleiding binnen de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Per jaar studeren ruim honderd studenten af en krijgen een diploma als vaktherapeut, met als differentiatie Creatieve Therapie (beeldend, drama of muziek) of  Psychomotorische Therapie (PMT). We noemen deze differentiaties zelf vaak het 'medium'. Het medium wordt omschreven als het werkzame deel en daarmee is vaktherapie een zgn. non-verbale therapie. De meeste docenten zijn tevens vaktherapeut. Mediumontwikkeling en de ontwikkeling van therapeutische vaardigheden gaan hand in hand.

Een werkgebied in crisis

De maatschappelijke veranderingen hebben een enorme impact op het werkveld. Al jarenlang speelt de eis om Evidenced Based Practice een belangrijke rol. Therapie moet geprotocolleerd en aantoonbaar werkzaam zijn. De kosten van de gezondheidszorg en de economische crisis hebben grote effecten op het werkgebied van de vaktherapeut. Ontwikkelingen als de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de transitie van de Jeugdzorg vragen van de vaktherapeut steeds meer creatief ondernemerschap. Steeds vaker zullen vaktherapeuten als zelfstandig professional aan de slag gaan, of ze proberen in een ander vakgebied aan de slag te gaan.



Een beleidsrichting

In het strategisch beleidsplan van het instituut, waartoe CTO behoort, wordt een richting aangeduid. In het plan wordt de de Social Professional 3.0 beschreven. Een van de ontwikkelingen is die van het vanzelfsprekend  gebruik van (sociale) technologie. Het betreft slechts een globale omschrijving en verdere invulling wordt o.a. verwacht van het lectoraat HAN-Sociaal. Het lectoraat start in januari 2014 met een project genaamd "Sociale Technologie". Hierin staat met name de ontwikkeling van E-health centraal.

Vooronderstellingen

Om het plaatje van de context nog verder in te kleuren geef ik een aantal persoonlijke veronderstellingen. Mogelijk zijn het vragen die ik moet gaan onderzoeken?

  1. Vaktherapeuten geïnteresseerd in de ambachtelijke mediumvaardigheden, veel minder in ICT.
  2. Sociale media zijn gevaarlijk voor de privacy en behoren dus geen deel uit te maken van Therapie of Onderwijs.
  3. E-health is niet interessant voor vaktherapie ('je krijgt er geen verf van aan je handen').

Innovatie-ambitie

Vanaf januari ga ik participeren in het project Sociale Technologie. Het project richt zich vooral op E-health. Ik wil me daarnaast vooral richten op de noodzakelijke verandering in het onderwijs. Het is de docent die de verandering teweeg moet brengen. Als er door studenten nagedacht moet gaan worden over de inzet van E-health dan is het de docent die dit proces stimuleert en begeleidt. Mijn insteek is dan ook om te onderzoeken hoe docenten binnen de opleiding kunnen groeien naar een situatie waarin ICT-ondersteuning als vanzelfsprekend wordt toegepast en de afstand tot sociale media en E-health wordt overbrugd. 

Concreet:

Ik wil graag met een groep docenten onderzoeken hoe het gebruik van ICT een bijdrage kan leveren aan betere lessen.
Ik hoop enkele aansprekende voorbeelden te realiseren en het effect daarvan te kunnen meten inzichtelijk te maken voor de rest van het team.

Eerste gedachten over een leertheorie?

Hoe zou een link gelegd kunnen worden tussen bijvoorbeeld social media en bestaande leeropvattingen? In mijn eerste verkennende zoektocht heb ik een aantal proefschriften en artikelen onderschept die mijn interesse hebben gewekt. Zo schrijft F. Jacobs (2013) in zijn proefschrift over digitale competentie van HBO studenten. In de whitepaper Gamification en gemotiveerd werken (IT Workz, 2013) wordt gaming gekoppeld aan de opvattingen van o.a. Deci en Ryan. Hmmm, zou iemand gaming en vaktherapie als eens in een zin genoemd hebben? R. Simons schrijft over digitale didactiek (2002). 

Nog een paar aanknopingspunten...?

  1. Illeris (overzicht van diverse andere theorien)
  2. Siemens (Connectivisme)
  3. Gee (Gaming/leer principes)

Vooralsnog is de berg met vragen niet kleiner geworden, maar het heeft me al wel nieuwe richtingen opgeleverd. Ik ga straks de hond uitlaten en dan laat ik mijn iPhone een van de proefschriften voorlezen. Ik hoop ook dat ik met deze start mijn leergroepje in staat stel met me mee te denken. Ik zie jullie reacties graag tegemoet!


zondag 15 december 2013

Eerste Braindump: Zelfgestuurd leren in een digitale omgeving

In een Wordle heb ik net zomaar wat kreten getikt als eerste oriëntatie op het thema Leerpsychologie.
De doelgroep in mijn innovatie opdracht en later in mijn onderzoek is de Docent ofwel “de lerende professional”
Doordat ik me bezighoud met het vergroten van ICT bekwaamheid van docenten na een 0-meting (om ergens naar toe te gaan moet je wel weten waar je staat), is dus de extra in dit de Digitale Component. (online leren)