vrijdag 31 januari 2014

Een vingeroefening in conceptualiseren

Ik heb geprobeerd wat te mindmappen. Een vingeroefening om zo wat concepten die komen kijken bij het 'afstandsleren' een plaats te geven. En ergens gaat het dan fout. Het proces levert van alles op, zonder dat dat ook de bedoeling was.

Bijeffecten

Tijdens een 'Hangout' met Karin, maar ook tijdens het rennen met Lisa kwamen er wel wat concepten op, maar ze verdwijnen ook weer. In mijn zoektocht kom ik op de blogpost van Karin en ga geïnspireerd verder. Ik kom nog even langs de blogpost van Suzan en wordt op een idee gebracht, een concept diende zich aan. Wat het was weet ik niet meer. Vervolgens zit ik een paar uur lang in Valcke en schrijf ik een blogpost over een didactisch model. Of is het een leerconcept? En wat is dan het verschil met een leerpsychologie?

De mindmap

Hieronder staat hij dan. Omdat ik Karin heb beloofd niet te lang in mijn eigen hoofd te blijven zitten...

Waar blijft de meester als de gezel naar het buitenland gaat?

 

Waar blijft de meester als de gezel naar het buitenland gaat? Deze en andere vragen spelen in mijn hoofd als ik nadenk over het leren van de 'buitenlandstudenten' in onze opleiding. Maar wat helpt het beantwoorden van een vraag als deze me bij het maken van een paper voor het vak Leerpsychologie?

Cognitive apprenticeship

Waar komt het model van leerling-gezel-meester vandaan? En welke elementen in dit model zijn van toepassing op de stages in het buitenland?

Brown en Newman (1989) zijn de grondleggers van het model Cognitive apprenticeship. Centraal in deze opvatting staat het modelleren en expliciet maken van kennis en vaardigheden in complexe situaties. De gezel start met eenvoudige taken en leert door de samenwerking met de meester gaandeweg steeds beter het juiste gedrag en de onderliggende cognitieve processen en assumpties aan te wenden. Volgens Snowman en Biehler (2003) construeren de meester en de leerling samen de benodigde kennis. De rol van de meester (mentor) is die van stellingen-bouwer (uit het constructivisme: scaffolding). Tijdens de taakuitvoering geeft hij telkens hints en stelt vragen en bouwt zo een stelling rondom de kennis die de leerling zelf opbouwt.

Stage creatieve therapie

Het meester-gezelleren lijkt me erg toepasselijk als methode bij de opleiding creatieve therapie. De problematiek waar cliënten mee worstelen is vaak meervoudig en maakt het geven van creatieve therapie aan cliënten complex. Een andere cultuur en taal kunnen een stage in het buitenland nog veel moeilijker maken.

De vraag en het antwoord

Zouden docenten niet veel meer 'meester' moeten zijn en studenten 'gezel'. Ja, vast! Mijn intuïtie zegt me dat je daar niet voor gestudeerd hoeft te hebben.

Wat moet ik dan lezen/leren/doen om mijn paper dichterbij te krijgen? Is het model van Cognitive apprenticeship nu een methode of een leerpsychologie? Hmmm, het woord zegt het eigenlijk al. Maar wat is een leerpsychologie dan eigenlijk?

Drive, rij jij of rij ik?

Braindump

Mijn twee zoons zijn beiden “dropouts” op de reguliere middelbare school.
Beiden zijn bereslim, maar door hebben spijbelen en daardoor slechte resultaten (of andersom)  niet via de normale weg hun schoolloopbaan vorm gegeven.
Straffen en belonen was aan hen niet besteed.
Inmiddels zijn ze beiden na wat omwegen aan het studeren en doen dat nog steeds met “frisse” tegenzin.
Het schoolse systeem van uurtje dit en uurtje dat past niet bij hen. Het keurslijf van het schoolse leren, de theorie doorworstelen en niet toepassen is daar mede een oorzaak van. Maar ergens moet er iets van het ontbreken van motivatie inzitten of (wijzend naar de school) hoe kan het dat de leraren hen niet hebben kunnen motiveren tot leren?
Nauurlijk speelt het “puberbrein” daar ook een rol in, het moeten maken van keuzes voor je toekomst terwijl de hormonen door je lijf gieren.
Wat ging er niet goed en wat had er anders gekund? 


Mijn man is in de laatste fase van zijn Bachelor Culturele Wetenschappen, die hij volledig via de Open Universiteit volgt. Zelfstudie en kluizenaarschap, met daarbij steeds mijn bewondering maar ook kritische vragen….pas je ook toe wat je leert? Zijn motivatie (intrinsiek) is bewonderenswaardig, wat drijft hem?
Wat maakt dat hij die motivatie tot eenzaam en zelfstandig studeren kan opbrengen?

Zelf ben ik een aantal keren begonnen met thuisstudies, ik heb wel wat modules gehaald, maar mijn leervoorkeur is gewoon anders. Daarnaast aard ik goed in sociale omgevingen, delen vragen en uitdagen. Wat is mijn motivatie?

En daar zit ik nu…op mijn studieplek….mezelf te motiveren om de verbinding tussen mijn opdracht en de theorie te pakken te krijgen.
De vorige blogpost staat nog als een huis, maar de stapel boeken en berg papers groeit.
Welke strategie ga ik nu hanteren om vandaag mijn inleiding en de eerste “outlines” voor mijn themapaper in de steigers te zetten.
Een van mijn lijfspreuken is: practice what you preach …..zou je dat dan ook niet moeten toepassen als het gaat om motivatie? Wat je van je leerlingen verwacht moet je op z’n minst van jezelf verwachten.

Dan is schrijven over een leertheorie/leerpsychologie volgens mij iets waar ik zelf “warm voor loop”
Gooi dus Illeris in een hoek, want kan daar helemaal niets mee….

Als Blogger zet ik meestal al woordenbreiend een basis verhaal  met daarboven een titel neer.
Ik denk dat die die methode maar ga hanteren voor de paper. Doen waar je goed in bent, wat je motiveert en daardoor de “drive” hebben om het stuur in handen te houden.
Wordt vervolgd…….

donderdag 30 januari 2014

Bevlogenheid in werk en leren

In de verkenning van concepten blijf ik cirkelen rond wat zijn drijfveren voor mensen om te leren. Motivatie is dan een kernconcept, maar het is ook heel erg breed. In mijn verdere onderzoek op dit concept ben ik gestuit op "bevlogenheid". In de Canon is hierover ook een hoofdstuk opgenomen. Arnold Bakker (hoogleraar Arbeids- en organisatiepsychologie) heeft het concept bevlogenheid uitgewerkt. Ideeën uit de positieve psychologie (Seligman; Csikszentmihalyi) vormen de basis waarop hij voortborduurt. Het concept wordt uitgewerkt in de context van leren in het werk. Bevlogenheid als tegenpool van burn-out. Bakker geeft aan dat er een positieve relatie bestaat tussen bevlogenheid en prestaties en dat het een stimulerende invloed heeft op leren. Het lijkt me zeer de moeite waard dit concept verder te onderzoeken in relatie tot mijn eigen context / vraagstuk. Bakker geeft overigens aan dat vooral leidinggevenden een rol kunnen hebben in het stimuleren van de condities zoals goede werksfeer, positief leerklimaat.

zondag 26 januari 2014

Houd je dunne docenten dikke wortels voor? ….over het motiveren van de lerende professional.

Natuurlijk is de titel een verbastering van een uitspraak van Frits van Oostrom in zijn Kohnstamm lezing van 2007.

Uitgangspunt: alle leerkrachten zijn gemotiveerd om zich blijvend te ontwikkelen.

In het kader van “practice what you preach” zou dat vanzelfsprekend zijn.
Leerkrachten die anderen motiveren en stimuleren om zich te ontwikkelen, hebben zelf die motivatie voldoende en beseffen dat je nooit uitgeleerd bent. Zij houden zich dus ook aan de uitgangspunten van
 Wet op de beroepen in het onderwijs (Wet BIO, 2006). De wet BIO is een Nederlandse onderwijswet waarin de  gewenste bekwaamheid van de onderwijsprofessional  wordt uitgedrukt in 7 bekwaamheidseisen en waar in beschreven wordt dat deze bekwaamheid onderhouden dient te worden.

Mensen in mijn omgeving worden soms gek van mijn gedram als het gaat om het vergroten van ICT bekwaamheid van docenten.
Daar loop ik veel vaker op tegen de vragen: Waarom moet deze omhoog? Ik heb het al zo druk? Ik heb er zelf geen last van dat mijn ICT bekwaamheid niet zo groot is, dat is een aanname die jij als “geeky” doet.

Maar wat nu als de “lerende professional” de urgentie van het vergroten van ICT bekwaamheid helemaal niet inziet. Dat is eigenlijk een van mijn deelvragen in het onderzoek waar ik al voor een deel mee begonnen ben.
Hoe kan ik hen laten inzien dat die urgentie wel degelijk groot is en op die manier de motivatie om zich te bekwamen los maken? 

Moet ik Keiharde interventies plegen door alle technologie te verwijderen en te verbieden?
Als je dat niet slim aanpakt loop je direct het risico van een “Pocket Veto” want leerkrachten hechten sterk aan hun autonomie.

Motivatie en zelfregulatie zijn van groot belang wanneer een professional “zijn/haar” eigen bekwaamheid onderhoudt en aantoont.
De autonome professional in een lerende organisatie, weet wat goed voor hem/haar is.

In de zelfdeterminatie theorie van Deci & Ryan vind ik met name de behoefte aan beheersing (competence) interessant en ik ben daardoor al direct geconfronteerd met een fout die we gemaakt hebben door de 0-meting ICT bekwaamheid uit te zetten.
De deelnemers zijn daarin geconfronteerd met het feit dat ze iets nog niet of niet goed genoeg kunnen.

Intrinsieke en extrinsieke motivatie, waar met name Deci &Ryan maar ook Aizen en Daniel Pink over geschreven hebben wil ik als eerste uitgangspunt nemen voor mijn paper over leerpsychologie.

De attributietheorie voor motivatie (Weiner 1992) laat ik nog even buiten beschouwing, deze heeft meer met het slagen en falen te maken, dat is niet waar ik naar op zoek ben.

Vanuit historisch perspectief zijn de Griekse filosofen (Plato en Aristoteles) al aan het denken geweest over de Wil en Volitie (het gedrag dat voortvloeit uit het volgen van de eigen wil)
De psycholoog Wundt heeft de basis gelegd voor een wetenschappelijke benadering van motivatie. Natuurlijk zijn de behavioristen van belang.
In  Thema 12 van Onderwijskunde als ontwerpwetenschap komt ook de James-Lange theorie nog aan de orde, daar moet ik me nog in verdiepen.


Inmiddels merk ik dat ICT bekwaamheid alleen een vehikel wordt om een verhaal aan op te hangen, de motivatie, de zelfsturing de lerende organisatie zijn veel belangrijker, welke bekwaamheid is dan minder van belang, Het in beweging brengen van de professionals.
Daarnaast vind ik het wel heel apart dat er nog steeds in beleidsstukken over profesionalisering NIETS over ICT bekwaamheid gezegd wordt, dat is dus wel een subdoel.

vrijdag 24 januari 2014

De eerste Working theories


Geïnspireerd door de gesprekken met medestudenten en docenten hierbij wat eerste Working theories.

Als de context waarbinnen leren plaatstvindt te veel is afgezonderd van andere lerenden (peers) dan komt leren onvoldoende tot stand:

  • afstandsleren in een individuele context (studenten in een buitenlandstage) vraagt om het faciliteren van sociale interactie (peer/peer)
  • peerprocessen moeten worden benadrukt in afstandsleren
  • de rol van coach/mentor/bestuurder/facilitator is van wezenlijk belang bij het afstandsleren (hij zij kan bepaalde sociale/peer processen initiëren/sturen)
  • feedbackprocessen werken op een hele eigen manier (vanwege afstand) en technologie speelt daarom een wezenlijke rol in afstandsleren, als communicatiedrager

Samenvattend betekent dit volgens mij dat ik een antwoord probeer te vinden op de vraag: Wat is afstandsleren? Is er al een theorie(en) die afstandsleren beschrijft. Hoe past deze theorie in bestaande leertheorieën?

zaterdag 11 januari 2014

Wat biedt het buitenland?


In de kerstvakantie heb ik wat hardop zitten denken. Hoe kan ik mijn literatuuronderzoek voor het vak Leerpsychologie koppelen aan een innovatieopdracht? Mijn neef Elwin had op zijn school een onderzoek gedaan naar een concreet probleem. Dat bracht me op het spoor van de Buitenland-studenten.

Concreet probleem

Elk jaar zijn er zo'n 20 studenten die in het buitenland stage lopen. Het levert ze een prachtige ervaring op. Toch is de tevredenheid over de begeleiding erg laag. Ook Scholar (de ELO) krijgt een lage beoordeling.

Waarom de Buitenland-studenten?

In de diverse gesprekken (o.a. met mijn studiecoach Ard) wordt me duidelijk dat mijn ik mijn innovatieopdracht niet te breed moet maken. Baken het probleemgebied scherp af en zorg dat het haalbaar is. Probeer ook de diverse thema's binnen de opleiding (zoals leerpsychologie) te koppelen aan je innovatieopdracht. De buitenlandstage is zo'n afgebakend onderwerp met een concreet probleem.

Netwerkleren in het buitenland?

Wat vraagt dit afstandsleren nu precies van studenten en docenten? Is er een visie op leren die dit aspect centraal stelt? Voor Leerpsychologie zou ik me mogelijk kunnen verdiepen in het thema netwerkleren. Maar wellicht zijn er andere visies?

De motivatie is er weer, daar wil ik ook meer over weten!

Deze week riep Minister Jet Bussenmaker dat studenten studiepunten moeten kunnen behalen door deel te nemen aan online cursussen, met name MOOC’s.
Een MOOC is een Massive Online Open Course waar tegelijkertijd grenzeloos veel deelnemers in kunnen participeren.
Wilfred Rubens van de Open Universiteit was onlangs de organisator van zo’n MOOC over eLearing bij de Open Universiteit.
Nu wil ik niet gaan bekijken wat een MOOC of Online Cursus is en ook niet hoe deze didactisch ingericht is. (Dat zou een mooi onderwerp zijn voor het thema Didactiek.)
Maar ik wil weten wat mensen motiveert en hoe zij gemotiveerd blijven.
Dus waar komt de motivatie bij zelf gereguleerd leren vandaan en hoe ziet deze er uit.





Ook ik deed mee aan verschillende online trainingen, cursssen en MOOC’s
Voor SKBO (mijn opdrachtgever) ga ik een Leergang ICT Bekwaamheid ontwikkelen in een Leermanagement Systeem.
Dat betekent dat de leraren die de nul-meting hebben ingevuld, en daarvan de resultaten zelf kunnen bekijken, zelf aan de slag gaan in deze omgeving om hun bekwaamheid te vergroten.
Hopelijk mag ik in een later stadium gaan onderzoeken of deze vergroot is, ofwel door gestuurd aanbod ofwel door zelfsturing. Daarnaast is leren in een MOOC (wat heb je geleerd) lastig meetbaar, is dat omdat je deelneemt Formeel leren of juist informeel (eruit pikken wat je nodig hebt en dat mengen met je dagelijkse activiteiten).
Bij dat laatste is motivatie  erg belangrijk.
Gaan mensen uit zichzelf leren als ze weten wat ze zouden moeten leren?
En als ze dat gaan doen, waar komt die motivatie dan vandaan en hoe ziet deze eruit?
Vandaag ga ik daar eens verder mee aan de slag.
Op mijn Symbaloo pagina verzamel ik daarover een aantal links.


Prachtige Visualisatie door RSA van een lezing die Daniel Pink gaf over zijn boek Drive