zondag 9 februari 2014

van Plato tot Ajzen

“Human behavior flows from three main sources: desire, emotion, and knowledge.” [Plato]
Al twee weekenden ben ik  aan het schrijven schrappen,  weggooien,  lezen en het weer aanpassen van de eerste gedachten.
Zakelijk schrijven is niet mijn sterkste punt trouwens.

Afgelopen vrijdag kwam het besef, je kunt niet alles weten, je kunt niet alles lezen
Onderzoekers zijn jaren bezig met onderzoeken, lezen en schrijven, dus  Karin, loslaten!
Het kan ook niet zo zijn dat je alles over intrinsieke en extrinsieke motivatie weet en alle theorieën die erbij horen kunt beschrijven, dat kun je gewoon niet in 3 maanden voor elkaar krijgen.
Met die gedachte en nog steeds wetend dat de vaste literatuurlijst voldoende aanknopingspunten zou moeten opleveren ben ik net als Martin weer even in de teken en verbinden modus gaan zitten.

Bij zowel  Deci , Illeris als Pink wordt over 3 drijfveren, basisbehoeften of Motivatie 1.0, 2.0 en 3.0 gesproken…laat ik daar nou maar eens gewoon mee aan de slag gaan.
Ik werk inmiddels wel toe wat ik er in mijn eigen toekomstige onderzoek mee kan (vooral qua te ontwikkelen instrumenten wel wat mooie nieuwe ideetjes).
Dus ook Ajzen betrek ik er uiteindelijk in de vervolgvraag bij

Van  Intrinsieke motivatie naar Planned Behaviour.


dinsdag 4 februari 2014

Oh jee, weer een andere theorie....help even aub.

Net als al mijn klasgenoten ben ik druk lezend en nadenkend over de themapaper Leerpsychologie,
Mijn eerste interesse ging uit naar de Selfdetermination Theory van Deci & Ryan, omdat met name intrinsieke en extrinsieke motivatie van belang is bij het leren (laat ik het maar even heel breed houden).
Natuurlijk staat Daniel Pink met Drive op de gelezen lijst en kan ik zijn opvattingen gebruiken om door te denken over HOE je mensen motiveert.

Daarna wandelde via een omweg Icek Ajzen mijn zoek en vind lijn in met de Planned Behaviour theory. Hij zegt dat  het gedrag van mensen te voorspellen is, als ze aangegeven hebben de "intentie" te hebben om iets te gaan doen (weer even heel kort door de bocht, want ik tik in mijn werktijd).
De paper Zin in professionalisering? (via Zuyd Hogeschool) breidde het model van Ajzen uit met een concept model, waar mijns inziens intrinsieke en extrinsieke motivatie mooi gecombineerd wordt en het over professionalisering van docenten gaat.

Gisteren kreeg ik een presentatie onder ogen van een collega die onderzoek gedaan heeft naar Mobiel Leren. In de presentatie zag ik een afgeleide van de Theory of Reasoned Action (de voorloper van de Planned Behaviour Theory) namelijk het Technology Acceptance Model van Fred Davis en Richard Bagozzi.

Als ik nu toch weer kijk naar ICT bekwaamheid en het in beweging krijgen/laten komen van leerkrachten om ICT bekwamer te worden om zo het onderwijs te verrijken met meer ICT, moet ik dan ook niet kijken naar het Technology Acceptance Model?

Misschien ga ik zo te ver af van Leerpsychologie en zou ik dit in mijn achterhoofd moeten houden bij ontwerp of straks in het werkelijke onderzoek, of gewoon als vervolgvraag stellen.
Zo op het eerste gezicht (ik heb er nog niets echt over bestudeerd) is het een model dat uitgaat van het werkelijk al (of willen) gebruiken en het gebruiksgemak van tools en zou in bijvoorbeeld keuze processen interessant kunnen zijn.
Ik denk dat het meer gedacht is vanuit gebruiksgemak van bepaalde tools en dat ik het mezelf op deze manier niet makkelijker maak.



Even reflecterend op mijn leren, ik heb de afgelopen weken verschrikkelijk veel nieuws gezien en onvoorstelbaar veel gelezen. Ik ben nog lang niet klaar dus.


vrijdag 31 januari 2014

Een vingeroefening in conceptualiseren

Ik heb geprobeerd wat te mindmappen. Een vingeroefening om zo wat concepten die komen kijken bij het 'afstandsleren' een plaats te geven. En ergens gaat het dan fout. Het proces levert van alles op, zonder dat dat ook de bedoeling was.

Bijeffecten

Tijdens een 'Hangout' met Karin, maar ook tijdens het rennen met Lisa kwamen er wel wat concepten op, maar ze verdwijnen ook weer. In mijn zoektocht kom ik op de blogpost van Karin en ga geïnspireerd verder. Ik kom nog even langs de blogpost van Suzan en wordt op een idee gebracht, een concept diende zich aan. Wat het was weet ik niet meer. Vervolgens zit ik een paar uur lang in Valcke en schrijf ik een blogpost over een didactisch model. Of is het een leerconcept? En wat is dan het verschil met een leerpsychologie?

De mindmap

Hieronder staat hij dan. Omdat ik Karin heb beloofd niet te lang in mijn eigen hoofd te blijven zitten...

Waar blijft de meester als de gezel naar het buitenland gaat?

 

Waar blijft de meester als de gezel naar het buitenland gaat? Deze en andere vragen spelen in mijn hoofd als ik nadenk over het leren van de 'buitenlandstudenten' in onze opleiding. Maar wat helpt het beantwoorden van een vraag als deze me bij het maken van een paper voor het vak Leerpsychologie?

Cognitive apprenticeship

Waar komt het model van leerling-gezel-meester vandaan? En welke elementen in dit model zijn van toepassing op de stages in het buitenland?

Brown en Newman (1989) zijn de grondleggers van het model Cognitive apprenticeship. Centraal in deze opvatting staat het modelleren en expliciet maken van kennis en vaardigheden in complexe situaties. De gezel start met eenvoudige taken en leert door de samenwerking met de meester gaandeweg steeds beter het juiste gedrag en de onderliggende cognitieve processen en assumpties aan te wenden. Volgens Snowman en Biehler (2003) construeren de meester en de leerling samen de benodigde kennis. De rol van de meester (mentor) is die van stellingen-bouwer (uit het constructivisme: scaffolding). Tijdens de taakuitvoering geeft hij telkens hints en stelt vragen en bouwt zo een stelling rondom de kennis die de leerling zelf opbouwt.

Stage creatieve therapie

Het meester-gezelleren lijkt me erg toepasselijk als methode bij de opleiding creatieve therapie. De problematiek waar cliënten mee worstelen is vaak meervoudig en maakt het geven van creatieve therapie aan cliënten complex. Een andere cultuur en taal kunnen een stage in het buitenland nog veel moeilijker maken.

De vraag en het antwoord

Zouden docenten niet veel meer 'meester' moeten zijn en studenten 'gezel'. Ja, vast! Mijn intuïtie zegt me dat je daar niet voor gestudeerd hoeft te hebben.

Wat moet ik dan lezen/leren/doen om mijn paper dichterbij te krijgen? Is het model van Cognitive apprenticeship nu een methode of een leerpsychologie? Hmmm, het woord zegt het eigenlijk al. Maar wat is een leerpsychologie dan eigenlijk?

Drive, rij jij of rij ik?

Braindump

Mijn twee zoons zijn beiden “dropouts” op de reguliere middelbare school.
Beiden zijn bereslim, maar door hebben spijbelen en daardoor slechte resultaten (of andersom)  niet via de normale weg hun schoolloopbaan vorm gegeven.
Straffen en belonen was aan hen niet besteed.
Inmiddels zijn ze beiden na wat omwegen aan het studeren en doen dat nog steeds met “frisse” tegenzin.
Het schoolse systeem van uurtje dit en uurtje dat past niet bij hen. Het keurslijf van het schoolse leren, de theorie doorworstelen en niet toepassen is daar mede een oorzaak van. Maar ergens moet er iets van het ontbreken van motivatie inzitten of (wijzend naar de school) hoe kan het dat de leraren hen niet hebben kunnen motiveren tot leren?
Nauurlijk speelt het “puberbrein” daar ook een rol in, het moeten maken van keuzes voor je toekomst terwijl de hormonen door je lijf gieren.
Wat ging er niet goed en wat had er anders gekund? 


Mijn man is in de laatste fase van zijn Bachelor Culturele Wetenschappen, die hij volledig via de Open Universiteit volgt. Zelfstudie en kluizenaarschap, met daarbij steeds mijn bewondering maar ook kritische vragen….pas je ook toe wat je leert? Zijn motivatie (intrinsiek) is bewonderenswaardig, wat drijft hem?
Wat maakt dat hij die motivatie tot eenzaam en zelfstandig studeren kan opbrengen?

Zelf ben ik een aantal keren begonnen met thuisstudies, ik heb wel wat modules gehaald, maar mijn leervoorkeur is gewoon anders. Daarnaast aard ik goed in sociale omgevingen, delen vragen en uitdagen. Wat is mijn motivatie?

En daar zit ik nu…op mijn studieplek….mezelf te motiveren om de verbinding tussen mijn opdracht en de theorie te pakken te krijgen.
De vorige blogpost staat nog als een huis, maar de stapel boeken en berg papers groeit.
Welke strategie ga ik nu hanteren om vandaag mijn inleiding en de eerste “outlines” voor mijn themapaper in de steigers te zetten.
Een van mijn lijfspreuken is: practice what you preach …..zou je dat dan ook niet moeten toepassen als het gaat om motivatie? Wat je van je leerlingen verwacht moet je op z’n minst van jezelf verwachten.

Dan is schrijven over een leertheorie/leerpsychologie volgens mij iets waar ik zelf “warm voor loop”
Gooi dus Illeris in een hoek, want kan daar helemaal niets mee….

Als Blogger zet ik meestal al woordenbreiend een basis verhaal  met daarboven een titel neer.
Ik denk dat die die methode maar ga hanteren voor de paper. Doen waar je goed in bent, wat je motiveert en daardoor de “drive” hebben om het stuur in handen te houden.
Wordt vervolgd…….

donderdag 30 januari 2014

Bevlogenheid in werk en leren

In de verkenning van concepten blijf ik cirkelen rond wat zijn drijfveren voor mensen om te leren. Motivatie is dan een kernconcept, maar het is ook heel erg breed. In mijn verdere onderzoek op dit concept ben ik gestuit op "bevlogenheid". In de Canon is hierover ook een hoofdstuk opgenomen. Arnold Bakker (hoogleraar Arbeids- en organisatiepsychologie) heeft het concept bevlogenheid uitgewerkt. Ideeën uit de positieve psychologie (Seligman; Csikszentmihalyi) vormen de basis waarop hij voortborduurt. Het concept wordt uitgewerkt in de context van leren in het werk. Bevlogenheid als tegenpool van burn-out. Bakker geeft aan dat er een positieve relatie bestaat tussen bevlogenheid en prestaties en dat het een stimulerende invloed heeft op leren. Het lijkt me zeer de moeite waard dit concept verder te onderzoeken in relatie tot mijn eigen context / vraagstuk. Bakker geeft overigens aan dat vooral leidinggevenden een rol kunnen hebben in het stimuleren van de condities zoals goede werksfeer, positief leerklimaat.

zondag 26 januari 2014

Houd je dunne docenten dikke wortels voor? ….over het motiveren van de lerende professional.

Natuurlijk is de titel een verbastering van een uitspraak van Frits van Oostrom in zijn Kohnstamm lezing van 2007.

Uitgangspunt: alle leerkrachten zijn gemotiveerd om zich blijvend te ontwikkelen.

In het kader van “practice what you preach” zou dat vanzelfsprekend zijn.
Leerkrachten die anderen motiveren en stimuleren om zich te ontwikkelen, hebben zelf die motivatie voldoende en beseffen dat je nooit uitgeleerd bent. Zij houden zich dus ook aan de uitgangspunten van
 Wet op de beroepen in het onderwijs (Wet BIO, 2006). De wet BIO is een Nederlandse onderwijswet waarin de  gewenste bekwaamheid van de onderwijsprofessional  wordt uitgedrukt in 7 bekwaamheidseisen en waar in beschreven wordt dat deze bekwaamheid onderhouden dient te worden.

Mensen in mijn omgeving worden soms gek van mijn gedram als het gaat om het vergroten van ICT bekwaamheid van docenten.
Daar loop ik veel vaker op tegen de vragen: Waarom moet deze omhoog? Ik heb het al zo druk? Ik heb er zelf geen last van dat mijn ICT bekwaamheid niet zo groot is, dat is een aanname die jij als “geeky” doet.

Maar wat nu als de “lerende professional” de urgentie van het vergroten van ICT bekwaamheid helemaal niet inziet. Dat is eigenlijk een van mijn deelvragen in het onderzoek waar ik al voor een deel mee begonnen ben.
Hoe kan ik hen laten inzien dat die urgentie wel degelijk groot is en op die manier de motivatie om zich te bekwamen los maken? 

Moet ik Keiharde interventies plegen door alle technologie te verwijderen en te verbieden?
Als je dat niet slim aanpakt loop je direct het risico van een “Pocket Veto” want leerkrachten hechten sterk aan hun autonomie.

Motivatie en zelfregulatie zijn van groot belang wanneer een professional “zijn/haar” eigen bekwaamheid onderhoudt en aantoont.
De autonome professional in een lerende organisatie, weet wat goed voor hem/haar is.

In de zelfdeterminatie theorie van Deci & Ryan vind ik met name de behoefte aan beheersing (competence) interessant en ik ben daardoor al direct geconfronteerd met een fout die we gemaakt hebben door de 0-meting ICT bekwaamheid uit te zetten.
De deelnemers zijn daarin geconfronteerd met het feit dat ze iets nog niet of niet goed genoeg kunnen.

Intrinsieke en extrinsieke motivatie, waar met name Deci &Ryan maar ook Aizen en Daniel Pink over geschreven hebben wil ik als eerste uitgangspunt nemen voor mijn paper over leerpsychologie.

De attributietheorie voor motivatie (Weiner 1992) laat ik nog even buiten beschouwing, deze heeft meer met het slagen en falen te maken, dat is niet waar ik naar op zoek ben.

Vanuit historisch perspectief zijn de Griekse filosofen (Plato en Aristoteles) al aan het denken geweest over de Wil en Volitie (het gedrag dat voortvloeit uit het volgen van de eigen wil)
De psycholoog Wundt heeft de basis gelegd voor een wetenschappelijke benadering van motivatie. Natuurlijk zijn de behavioristen van belang.
In  Thema 12 van Onderwijskunde als ontwerpwetenschap komt ook de James-Lange theorie nog aan de orde, daar moet ik me nog in verdiepen.


Inmiddels merk ik dat ICT bekwaamheid alleen een vehikel wordt om een verhaal aan op te hangen, de motivatie, de zelfsturing de lerende organisatie zijn veel belangrijker, welke bekwaamheid is dan minder van belang, Het in beweging brengen van de professionals.
Daarnaast vind ik het wel heel apart dat er nog steeds in beleidsstukken over profesionalisering NIETS over ICT bekwaamheid gezegd wordt, dat is dus wel een subdoel.