woensdag 19 februari 2014

Verbinding als verbindend woord

Zomaar even de blog gebruiken om wat gedachtes van vandaag te onthouden...

Welke sociale omgeving speelt hier?

Als studenten gaan stage lopen wordt dan de lijn met thuis (de vertrouwde omgeving, waartoe school, studenten en docenten behoren) dunner? Anders gezegd: wordt de link met daar (de stageplek) groter? Het is volstrekt aannemelijk dat hele andere dingen belangrijk worden.

Welke vorm van leren verwachten we?

De nieuwe cultuur en context kosten veel energie. Bij stagelopen in het buitenland is de overgang misschien wel te groot. Is er sprake van een stapsgewijze opbouw? Wordt van studenten niet een transformatief leren verwacht, terwijl studenten daar nog niet aan toe zijn? En wat is er eigenlijk nodig om te kunnen transformeren?

Wie doen het wel goed?

Bij leren op afstand valt de verbinding met de bestaande omgeving weg. Geen medestudenten meer, geen docentondersteuning. Hoe zit het met studenten die wél ondersteuning ervaren?

De meester en zijn verantwoordelijkheid?

Bij stage lopen gaan studenten meer verantwoording dragen. Tegelijkertijd speelt de adolescentie (comming of age) een rol. De veranderde positie (leerling wordt meester) heeft een invloed op de identiteit.

Verbinding? Welke verbinding?

Kijkend naar het model van Illeris heeft de verandering van context invloed op de participatielijn. Dit zegt iets over de verbinding.

donderdag 13 februari 2014

Een hoofd en twee nauwe verwanten...

Tja, ik had even behoefte aan wat afleiding... Hieronder een eerste aanzet. Het deel theorie (waar het natuurlijk om gaat bevat alleen nog wat gedachtes over te behandelen concepten, waarvan de hoofdvraag verwoord is in de tekening.

Inleiding

CTO (Creatieve Therapie Opleiding) is een HBO opleiding binnen de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Creatieve en psychomotorische therapeuten kunnen aan de slag binnen maar ook buiten de vele zorg- of maatschappelijke instellingen. Ze behandelen cliënten met psychische, psychosociale problemen en/of handicaps. De creatief therapeut specialiseert zich in het gebruik van drama, muziek, of beeldend vormen. De psychomotorisch therapeut maakt gebruik van bewegings-en lichaamsgerichte werkvormen.

De visie op onderwijs is als volgt verwoord: “Onze overtuiging is dat een krachtige leeromgeving - op basis van sociaal-constructivistische uitgangspunten - de meeste kansen biedt voor het inrichten van effectieve onderwijsprocessen. In zo’n krachtige leeromgeving wordt het leren georganiseerd, gebeurt het leren in samenwerking met anderen en zijn de te leren taken authentiek en op de realiteit/toekomst gericht.” Verwijzing visie op onderwijs.

Het onderwijsmodel is daarnaast gebaseerd op competentiegericht leren. Belangrijke leerbronnen voor de student zijn: werk-en hoorcolleges, workshops, trainingen, literatuur, symposia, experts, docenten en medestudenten. De praktijk is echter de belangrijkste leerbron binnen de opleiding. Hier komt de student de beroepstaken tegen in al hun complexiteit en kan hij laten zien dat hij competent is. In de praktijk is krijgt de student feedback op zijn beroepshandelen van werkers uit de praktijk en van de doelgroep zelf.

Van de student wordt verwacht dat deze een groeiende zelfsturing laat zien en verantwoordelijkheid neemt voor de eigen beroepsontwikkeling. Ten eerste omdat verantwoordelijkheid nemen en zelfsturing een positief effect hebben op de motivatie van studenten. Ten tweede omdat de samenleving en het werkveld voortdurend veranderen. Verwijzing studiehandleiding. Dat vraag om een professional die zich blijvend ontwikkelen. De opleiding ondersteunt en stimuleert dit met de aandacht in het programma voor o.a. reflectievaardigheden (meta-handelen).

Jaarlijks lopen tussen de 15 en 20 studenten een stage in het buitenland of in een uithoek van nederland, waardoor het voor hen niet mogelijk is om het terugkomonderwijs op de vrijdagen te volgen.Tijdens de stage werken studenten aan hun competentieontwikkeling middels ervaringen en door de opleiding ontwikkelde opdrachten. Enkele van deze (deel)opdrachten zijn aan het leren in het buitenland aangepast maar verder volgen de studenten grotendeels hetzelfde onderwijsprogramma als de studenten uit het terugkomonderwijs.

Een aantal leerbronnen is echter niet toegankelijk voor de student in het buitenland, waaronder de werk-en hoorcolleges, workshops, trainingen en symposia. Maar ook het face-to-face contact met studenten en docenten is vaak lastig. Hierdoor mist de student belangrijke leerelementen die onderdeel zijn van de verschillende leerbronnen.

In de evaluatie geven studenten aan een gemis te ervaren aan docentbegeleiding. Ook docenten en management geven aan niet tevreden te zijn over de praktijkstage in het buitenland. Omgekeerd kan de opleiding leren van deze situatie. Als een oplossing gevonden kan worden waarbij studenten weer met en van medestudenten kunnen leren en meer contact hebben met de docenten voor inhoudelijke en methodisch begeleiding, kortom, als de beperkingen van de afstand kunnen worden opgeheven kan de opleiding studenten een rijke leerervaring bieden op diverse locaties in de wereld.

In deze paper worden enkele belangrijke leerprincipes belicht die een onderbouwing vormen voor samen leren op afstand.

Wat ik nu nog mis: Wat trekt mij? Wat is mijn verbondenheid met het leerpsychologisch onderwerp? en Wat is de hefboom?

Theorie

Wat is het overkoepelend thema? En wat zijn de nauw verwante thema’s? Kies ik CSCL als hoofdonderwerp en bijvoorbeeld CESILE (en KF) en … als nauw verwanten, dan ben ik volgens mij echt té didactisch bezig.

Ik kan ook kiezen om Samenwerkend leren als hoofonderwerp uit te werken en Situated learning (COP) en bijvoorbeeld computergebaseerde leeromgevingen als nauwverwante onderwerpen. Ze staan alle drie uitgewerkt bij het thema Constructivisme in Valcke. Maar dan nog, vraag ik me nog steeds af hoe ik op hoofdlijnen kan blijven (leerpsychologische thema's) in plaats van de onderwijsconcepten/instructieaanpakken uit te werken.

Hmmm, maar ook in het voorbeeld vanuit MLI lijkt het te gaan om nauwverwante onderwijsconcepten:

"(voorbeeld: onderwerp is communities of practice, verwante onderwerpen kunnen zijn: professionele leergemeenschap; leernetwerken; kenniskringen)"

Vanuit de onderwijsvisie van de opleiding is het voor de hand liggend om samenwerkend leren (groepswerk) te behandelen. Valcke haalt de overduidelijke bewijzen aan van de positieve effecten van samenwerkend leren (Valcke, blz 278). Het gaat om de positieve impact op: kennisconstructie, een positieve motivatie en leerhouding, het ontwikkelen van sociale vaardigheden en het ontwikkelen van metacognitie. Het dient als de onderlegger voor de beschreven situatie van het afstandsleren. Het computer supported collabarative learning is een methode om samenwerkend leren op te zetten.

Andere lijnen die goed passen: Een toelichting op het sociaal constructivisme met Vygotsky (Leren is een sociaal proces/zone van naaste ontwikkeling), Bruner, Piaget en Dewey. Situated Learning (COP): Lave & Wenger

CSILE: Bereiter/Scardamalia (waarom staat dit niet in Valcke?????? net als Illeris overigens). Ik denk dat dit te veel een didactische uitwerking is… net als PI en CSCL (het ondersteunen en begleiden van het leerproces met behulp van computer). Maar wat is de status hiervan? De houdbaarheidsdatum? Zijn er al nieuwere opvattingen?

En dan zijn er nog andere interessante theoriën:

  • Feedback: Hattie & Timperley en de rol van Peer's
  • Reflectie: Korthagen
  • Reflective practitioner
  • Ecologie/logische niveaus: Bateson (maar wat is het verband :( )
  • 3 metaforen: Hakkarainen, Paavola, (sluit erg aan bij mijn opvattingen, maar hoe past dit?)
  • Trialogisch leren als didactische verwerking van de 3 metaforen?
  • Ruimte/Ba’s: Nonaka & Takeuchi (interessant, welke rol spelen de ruimtes bij leren op afstand?)
  • En waar hoort netwerkleren?

Andere vragen/gedachten: transfer en authentieke situatie en conceptuele conflicten/arousel...

Het verband tussen al deze lijnen?

Hoe kies ik een hoofdconcept en de twee nauwe verwanten?

maandag 10 februari 2014

Verschil tussen psychologie, leervisie en concepten

Ik had behoefte om te schematiseren.
Ik blijf moeite houden met het verschil tussen de diverse theorieën die we lezen. Nog maar eens het overzicht er bij pakken wat Karin zo mooi gevonden had.


zondag 9 februari 2014

Visie op visie op leren


Kijkend naar het Progressive Inquiry-model, hobbel ik nog steeds heen en weer tussen "Processing Research Problem" en "Creating Working Theories". Vanwege de noodzaak bij te blijven met het lezen van literatuur kom ik voortdurend in aanraking met een berg informatie en concepten, zonder dat ik al weet wat het te onderzoeken probleem nu eigenlijk is.

Bijtend in eigen staart

Wat is nu precies het probleem met die 'buitenlandstage'? Van wie moet het leren nu verbeteren? En welk leren moet er dan verbeteren? In mijn antwoorden lijk ik in rondjes te cirkelen. Ik weet niet waar ik beginnen moet en bijt mezelf steeds weer in mijn eigen staart.

Sociaal constructivistische kijk op leren

Centraal in de leervisie van CTO staat de sociaal constructivistische opvatting over leren en het inrichten van leerprocessen.

"Hierin wordt leren gezien als een actief proces, waarbij de lerende zelf informatie en ervaringen verwerkt om het geleerde betekenis te kunnen geven (Ng en Bereiter, 1992). Deze nieuwe informatie en ervaringen vallen op hun plaats door ze te koppelen aan bestaande kennis en ervaringen. De nieuwe betekenis en het nieuwe construct wordt in bepalende mate beïnvloed door reacties en opvattingen uit de sociale omgeving (Witteman, 2001). Het – als opleiding - handelen vanuit een sociaal constructivisme opvatting plaatst leren direct in een relevante, sociale context en beïnvloedt daarmee de transfer naar de werkpraktijk op een positief wijze."

Focus

De visiebeschrijving helpt te focussen. Het verschil tussen de constructivistische en de sociaal constructivistische opvatting zit in de rol van de sociale omgeving. De terugkomdag (alleen voor de studenten die niet in het buitenland studeren) is helemaal ingericht om te leren volgens de sociaal constructivistische leeropvatting, waarbij medestudenten en docenten de sociale context vormen. Het curriculum is voor voor de 'buitenlandstudendenten' niet aangepast. Wie vormen voor deze studenten dan de sociale context?

Werktheorie

Hierbij een nieuwe poging om de stap naar "Creating Working Theories" te maken:

In het buitenland, zonder terugkomdag, komen belangrijke principes van de sociaal constructivistische opvatting onder druk te staan. Voor het zelf betekenis geven aan het geleerde kan de student immers niet de reacties of percepties van medestudenten of docenten gebruiken.

Kritische evaluatie

Ik zal dit werktheorietje nu als blog posten en 'delen met de leergemeenschap'. Op naar de volgende stap: Het kritisch evalueren of de theorie stand houdt in de richting van een nieuwe theorie.

van Plato tot Ajzen

“Human behavior flows from three main sources: desire, emotion, and knowledge.” [Plato]
Al twee weekenden ben ik  aan het schrijven schrappen,  weggooien,  lezen en het weer aanpassen van de eerste gedachten.
Zakelijk schrijven is niet mijn sterkste punt trouwens.

Afgelopen vrijdag kwam het besef, je kunt niet alles weten, je kunt niet alles lezen
Onderzoekers zijn jaren bezig met onderzoeken, lezen en schrijven, dus  Karin, loslaten!
Het kan ook niet zo zijn dat je alles over intrinsieke en extrinsieke motivatie weet en alle theorieën die erbij horen kunt beschrijven, dat kun je gewoon niet in 3 maanden voor elkaar krijgen.
Met die gedachte en nog steeds wetend dat de vaste literatuurlijst voldoende aanknopingspunten zou moeten opleveren ben ik net als Martin weer even in de teken en verbinden modus gaan zitten.

Bij zowel  Deci , Illeris als Pink wordt over 3 drijfveren, basisbehoeften of Motivatie 1.0, 2.0 en 3.0 gesproken…laat ik daar nou maar eens gewoon mee aan de slag gaan.
Ik werk inmiddels wel toe wat ik er in mijn eigen toekomstige onderzoek mee kan (vooral qua te ontwikkelen instrumenten wel wat mooie nieuwe ideetjes).
Dus ook Ajzen betrek ik er uiteindelijk in de vervolgvraag bij

Van  Intrinsieke motivatie naar Planned Behaviour.


dinsdag 4 februari 2014

Oh jee, weer een andere theorie....help even aub.

Net als al mijn klasgenoten ben ik druk lezend en nadenkend over de themapaper Leerpsychologie,
Mijn eerste interesse ging uit naar de Selfdetermination Theory van Deci & Ryan, omdat met name intrinsieke en extrinsieke motivatie van belang is bij het leren (laat ik het maar even heel breed houden).
Natuurlijk staat Daniel Pink met Drive op de gelezen lijst en kan ik zijn opvattingen gebruiken om door te denken over HOE je mensen motiveert.

Daarna wandelde via een omweg Icek Ajzen mijn zoek en vind lijn in met de Planned Behaviour theory. Hij zegt dat  het gedrag van mensen te voorspellen is, als ze aangegeven hebben de "intentie" te hebben om iets te gaan doen (weer even heel kort door de bocht, want ik tik in mijn werktijd).
De paper Zin in professionalisering? (via Zuyd Hogeschool) breidde het model van Ajzen uit met een concept model, waar mijns inziens intrinsieke en extrinsieke motivatie mooi gecombineerd wordt en het over professionalisering van docenten gaat.

Gisteren kreeg ik een presentatie onder ogen van een collega die onderzoek gedaan heeft naar Mobiel Leren. In de presentatie zag ik een afgeleide van de Theory of Reasoned Action (de voorloper van de Planned Behaviour Theory) namelijk het Technology Acceptance Model van Fred Davis en Richard Bagozzi.

Als ik nu toch weer kijk naar ICT bekwaamheid en het in beweging krijgen/laten komen van leerkrachten om ICT bekwamer te worden om zo het onderwijs te verrijken met meer ICT, moet ik dan ook niet kijken naar het Technology Acceptance Model?

Misschien ga ik zo te ver af van Leerpsychologie en zou ik dit in mijn achterhoofd moeten houden bij ontwerp of straks in het werkelijke onderzoek, of gewoon als vervolgvraag stellen.
Zo op het eerste gezicht (ik heb er nog niets echt over bestudeerd) is het een model dat uitgaat van het werkelijk al (of willen) gebruiken en het gebruiksgemak van tools en zou in bijvoorbeeld keuze processen interessant kunnen zijn.
Ik denk dat het meer gedacht is vanuit gebruiksgemak van bepaalde tools en dat ik het mezelf op deze manier niet makkelijker maak.



Even reflecterend op mijn leren, ik heb de afgelopen weken verschrikkelijk veel nieuws gezien en onvoorstelbaar veel gelezen. Ik ben nog lang niet klaar dus.


vrijdag 31 januari 2014

Een vingeroefening in conceptualiseren

Ik heb geprobeerd wat te mindmappen. Een vingeroefening om zo wat concepten die komen kijken bij het 'afstandsleren' een plaats te geven. En ergens gaat het dan fout. Het proces levert van alles op, zonder dat dat ook de bedoeling was.

Bijeffecten

Tijdens een 'Hangout' met Karin, maar ook tijdens het rennen met Lisa kwamen er wel wat concepten op, maar ze verdwijnen ook weer. In mijn zoektocht kom ik op de blogpost van Karin en ga geïnspireerd verder. Ik kom nog even langs de blogpost van Suzan en wordt op een idee gebracht, een concept diende zich aan. Wat het was weet ik niet meer. Vervolgens zit ik een paar uur lang in Valcke en schrijf ik een blogpost over een didactisch model. Of is het een leerconcept? En wat is dan het verschil met een leerpsychologie?

De mindmap

Hieronder staat hij dan. Omdat ik Karin heb beloofd niet te lang in mijn eigen hoofd te blijven zitten...